In het Zuid-Franse Béziers geldt sinds deze week een verplichting voor hondenbezitters om een ‘dna-paspoort’ voor hun huisdier te laten maken. De erfelijke gegevens van de hond worden opgeslagen in een databank. Met deze maatregel wil het stadsbestuur de strijd aangaan tegen hondenpoep op straat.
Wanneer er hondenpoep wordt aangetroffen op stoepen of wegen in het centrum van de stad, zal deze op dna worden onderzocht. Via de databank kunnen de hond en zijn eigenaar worden getraceerd. Burgemeester Robert Ménard verklaarde: “Ik ben helemaal klaar met hondenpoep. Alle gemeenten zouden dit moeten doen. Slecht gedrag moet bestraft worden.”
Inwoners van Béziers zijn verplicht om bij hun dierenarts een dna-test voor hun hond te laten uitvoeren. Dit wordt gratis gedaan op kosten van de gemeente. Alleen met een officieel dna-paspoort mag de hond mee uit wandelen worden genomen in het centrum van Béziers. Wie de pas niet bij zich heeft, krijgt een boete van 38 euro.
Wanneer gemeenteambtenaren hondenpoep op straat vinden, kunnen ze dit laten testen op erfelijk materiaal. Vervolgens mag de politie in de databank zoeken naar een match tussen de uitwerpselen en de eigenaar van de hond. De eigenaar krijgt dan een boete van 122 euro. Deze maatregel is onlangs van kracht geworden en zal voorlopig twee jaar geldig zijn.
Burgemeester Ménard wees erop dat een vergelijkbaar systeem al in Spanje, Italië en Groot-Brittannië bestaat. Hij benadrukte dat het slechts vijf minuten van de tijd van de mensen kost en resulteert in minder hondenpoep op straat. De stad verwijderde tot nu toe ongeveer duizend hondendrollen per maand, alleen al in het centrum van Béziers. Daar moest iets aan gedaan worden.
Voor toeristen die hun hondje onbewust meenemen, verklaarde Ménard: “Als mensen van buiten Béziers komen, zullen we coulant zijn.”