Dieren bij een flink aantal stads- en kinderboerderijen in Nederland krijgen niet de kans om oud te worden, stelt Comité Dierennoodhulp. De jonge dieren worden gehouden tot ze niet meer ‘schattig genoeg zijn’. Vervolgens worden ze verkocht aan handelaren, vaak voor de slacht. Anna en Ellen*, twee jonge vrouwen die op verschillende boerderijen stage hebben gelopen, waren getuigen van verschillende wreedheden.
“Soms wisten we niet wat we zagen”, beginnen de twee te vertellen. “We moesten ons er echt voor afsluiten voor deze incidenten, anders zouden we allebei iedere dag huilend thuiskomen. We moesten onze opleiding halen, anders hadden we dit nooit gedaan.”
Schijnwereld
De twee hebben anderhalf jaar lang stage gelopen op verschillende boerderijen door het land. Tijdens hun stages trokken zij de conclusie dat het vooral om geld gaat. Vooral oudere, mannelijke dieren zijn geen lang en gelukkig leven beschoren. Zo verdwijnen bokjes na een paar maanden van de boerderij om in het slachthuis te eindigen.
Het duo heeft het over een schijnwereld die voor de bezoekers niet te zien is. “Op een beschutte plek op de boerderij werden de dieren opgehaald door de handelaar. als er dan een bezoeker of voorbijganger langs liep, dan wachtten ze even om daarna weer verder te gaan.”
‘Opruimdag’
Anna (21) kreeg als stagiair te horen dat het binnenkort ‘opruimdag’ was. Ze dacht in eerste instantie ‘Wat leuk!’ want ze houdt van aanpakken en opruimen. Maar al snel werd het duidelijk dat ‘opruimdag’ iets anders betekende dan dat zij zich voor had gesteld.
Volgens Anna werden uit alle dierverblijven een flink aantal kippen, konijnen, cavia’s, bokjes, geiten en lammeren gehaald. “De kleine dieren werden bij elkaar in kratten gepropt. Zo zaten bange cavia’s, konijnen en kippen bij elkaar in een krat. De kratten werden in de auto van de handelaar gezet en in de auto werden ter plekke de dieren de nek omgedraaid”, vertelt ze verder.
De kinderboerderij kreeg geld voor de dieren. “De prijs per dier verschilde, maar de dieren waren nooit heel veel waard. Vermoedelijk gaat dit ook allemaal langs de ogen van de gemeentes, die subsidies verlenen aan de boerderijen.”
Bijzonder pijnlijk
Het tweetal had voor hun stages nooit kunnen bedenken dat ze mee zou werken met deze praktijken. Wat Anna ook nog altijd bijzonder pijnlijk vindt is dat de dieren van bezoekers, die door omstandigheden er niet meer voor konden zorgen en daar dan ook afstandsgeld voor betaalden, meestal ook naar de handelaar gingen. “Wanneer een oud-eigenaar er naar vroeg waar zijn dier gebleven was werd er tegen hem gezegd dat het dier een nieuw baasje had gekregen.”
Keurmerk
Uit de ruim 500 kinderboerderijen hebben maar zes kinderboerderijen uit Nederland een diervriendelijk kinderboerderij keurmerk. Comité Dierennoodhulp heeft dat keurmerk zes jaar geleden opgericht om kinderboerderijen diervriendelijker te maken. Want dat is hard nodig vertelt Sandra van de Werd van het comité: “Het draait helaas om geld. Jonge dieren zijn schattiger, leveren dus meer bezoekers op en kosten minder betreft medische kosten in vergelijking met oude dieren”, legt Van de Werd uit.
De Vereniging Stads- en Kinderboerderijen Nederland (vSKBN) herkent zich niet in het geschetste beeld van hun circa 250 leden. “We distantiëren ons van de verhalen en genoemde handelswijzen met dieren en betreuren het ten zeerste als deze situaties nog steeds voorkomen.