Ze zijn zeldzaam, roodharige kinderen: slechts 2% van de mensen op aarde heeft rood haar. En daar is een reden voor: niet iedereen kan namelijk een ginger kid krijgen en sommige mensen die het juist niet verwachten, krijgen wel een roodharige baby.
Hoe dit kan? Het heeft alles te maken met jullie genen
Eén plus één is twee, zo makkelijk is het eigenlijk. De haarkleur van je baby wordt bepaald door verschillende genen, maar voor het grootste deel door het MC1R-gen.
Dit is een receptor die wordt geactiveerd in het lichaam en dit veroorzaakt chemische reacties waardoor eumelanine (pigment) aangemaakt wordt.
Heeft je kindje twee werkende kopieën van het MC1R-gen van jullie gekregen, dan zal de hoge hoeveelheid eumelanine zorgen voor een bruin- of zwartharig kindje, net zoals ruim 90% van de mensen ter wereld.
Het gemuteerde MC1R-gen
Sommige ouders geven één werkende kopie van het MC1R-gen door en één variatie in een kopie van het gen.
In dit geval wordt de receptor gedeactiveerd. De hoeveelheid eumelanine is dan lager en de hoeveelheid feomelanine (het andere pigment dat de haar- en huidskleur bepaalt) hoger:
je kindje zal kastanjebruin, blond of rossig haar hebben. De tint van het haar hangt weer af van verschillende andere genen.
In het meest zeldzame geval geven beide ouders een mutatie door van het MC1R-gen (dus bijna geen eumelanine): alleen op deze manier kan je een roodharig kind krijgen.
Het kan dus zijn dat in jullie familie geen roodharigen voorkomen, maar dat jullie beide wel het MC1R-gen dat gemuteerd is bij je dragen. In dat geval is de kans groot dat jullie een ginger kid zullen krijgen.
Vaak hebben roodharige kinderen bruine of groene ogen. Geven jullie beide ook nog eens het recessieve gen voor blauwe ogen door, dan heb je het zeldzaamste kind op aarde: rood haar én blauwe ogen.