Actrice Linda van Dyck is zondag op 75-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam overleden. Dat heeft haar familie laten weten. Collega’s hebben warme herinneringen aan haar. ,,Je móest naar haar kijken als ze in beeld kwam”, zegt Jeroen Krabbé.
Van Dyck speelde in haar leven in tientallen succesvolle theaterstukken, films en series. Zij was onder meer bekend dankzij rollen in Twee vorstinnen en een vorst (1981), Ciske de Rat (1983) en Daens (1992). Op haar 11de speelde ze haar eerste televisierol in De Vader van Strindberg met haar stiefvader, acteur Ko van Dijk.
Halverwege de jaren 60 begon zij als zangeres in de mede door haar opgerichte popgroep Boo and the Booboo’s. Van Dyck werkte in die jaren mee aan talloze tv-programma’s voor jongeren, zoals Moefgaga. Maar in 1969 vertrok zij naar Zweden, waar de actrice samenleefde met de regisseur Lasse Hallström. Zij leerde de Zweedse taal en maakte met Ardy Strüwer vele televisieshows, waarvan er een genomineerd werd voor de Gouden Roos van Montreux.
Vanaf 1973 richtte Van Dyck zich op een theater- en filmcarrière in Nederland. Zij speelde in talrijke succesvolle televisieseries, films en toneelstukken. Een van haar grootste successen was de rol van tante Jans in Ciske de Rat. Daarnaast speelde zij in films als Het Gangstermeisje (1966), Twee vorstinnen en een vorst (1981), De grens (1984), In de schaduw van de overwinning (1986), Suzy Q (1999), Floris (2004) en Het schnitzelparadijs (2005).
Ook was zij te zien in series als De Lemmings en Zwarte Tulp. Maar haar grootste liefde was het theater waar zij excelleerde in stukken als Nacht, Moeder en Who’s Afraid of Virginia Woolf. Voor die laatste rol kreeg zij een nominatie voor een Theo d’Or. In 2010 werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
In 1989 trouwde zij met Jaap Nolst Trenité, van wie zij in 2016 scheidde. Zij kregen samen een zoon, Jamie Nolst Trenité, die haar ruim een jaar geleden oma maakte van Rafael. In een bericht met een aantal foto’s herdenkt Jamie zijn moeder. ‘Lieve mam, wat zullen we je missen. Je zal nog lang in ons voort leven. Je hebt alles gegeven, iedereen is zo trots op je. Nu mag je rusten. Ik hou van je. Dichterbij kun je niet komen.’
Van Dyck kreeg begin 2021 een herseninfarct. Afgelopen april vertelde Trenité aan Story hoe het met haar gaat. ,,In het eerste jaar na het infarct is ze dankzij revalidatie wel vooruitgegaan. En nu gaat ze beter om met het moeilijke leven dat ze leidt”, zei de presentator. ,,Mijn moeder is letterlijk doodsbang geweest. Het was heel zwaar voor haar om lange tijd te leven met de angst om dood te gaan. En de angst, dat vergeten mensen nog weleens, voor een heel slecht leven. Eindigen als een kasplantje, om het zo maar te zeggen.”
,,Ze heeft een zeer verzwakt rechterbeen en haar rechterarm is verlamd. Daarom moet ze veel in een rolstoel zitten, maar ze knokt zich kranig door het leven. Mentaal is ze gelukkig in orde en ze is enorm opgeleefd sinds ik vader ben geworden.”
‘Toneelbeest’
Van Dyck was een ‘toneelbeest’, zegt Jeroen Krabbé, die in de jaren 80 met haar samenwerkte op toneel en voor de camera, onder meer in de serie Willem van Oranje. ,,Zij was het kind van twee acteurs én had een acteur als stiefvader. Dat bepaalde grotendeels haar leven. Alles stond in het teken van spelen. Ze was heel goed in intens klein spel. Dat maakte haar zo’n feest voor de camera. Je móest naar haar kijken als ze in beeld kwam. Dat gold ook voor haar op het toneel trouwens.”
De acteur heeft goede herinneringen aan het stuk Wolken waar zij samen in te zien waren. ,,Ze had ook een heel speelse, bijna stoute kant”, herinnert hij zich. ,,Dat had ze geleerd van Ko van Dyck, haar stiefvader. Als ze zich verveelde, dan ging ze opeens onverwacht gekke dingen doen op het podium om haar medeacteurs uit te dagen. Het was vooral ook heel gezellig om met haar samen te werken.”
Psychologische diepgang
Victor Löw, tegenspeler van Van Dyck in De Dood en het Meisje, Dead Man Walking en Who’s Afraid of Virginia Woolf, zegt dat ze precies wist waar haar kracht lag. ,,Ze dacht alles wat zij op het podium deed van tevoren door”, vertelt Löw. ,,Zij gaf rollen psychologische diepgang door de emoties te gebruiken van zaken waar zij zelf in haar leven mee worstelde.”
Dit is ook de manier waarop Löw vaak zijn rollen gestalte geeft. ,,Zodra we tegenover elkaar stonden, maakten wij iets heel heftigs in elkaar los”, legt Löw uit. ,,Elke avond was bijzonder. Elke voorstelling voelde weer alsof het de eerste keer was dat we de teksten tegen elkaar zeiden.” En het publiek genoot van haar spel, zegt hij. ,,Elke producent wilde met haar in zee, want met haar naam op het affiche wist je altijd zeker dat de zalen vol zaten.”
Regisseur Jean van de Velde zegt dat de kracht van Van Dyck mede in het feit schuilde dat zij haar acteercarrière grotendeels in eigen hand wilde houden. Hij was goed bevriend met haar en regisseerde haar in zijn speelfilm Floris uit 2004. ,,Linda heeft eind jaren 70 besloten dat zij de regie van haar carrière in eigen hand wilde nemen”, vertelt Van de Velde. ,,Ze ging zelf haar stukken uitzoeken, vroeg zelf mensen om grote stukken te vertalen. Soms ging ze een week naar New York om allemaal nieuwe hits te bekijken en die vervolgens naar Nederland te halen.”
Dit leidde tot een groot aantal toneelsuccessen, zoals Agnes van God, Wolken, Who’s Afraid of Virginia Woolf en Nacht, moeder. ,,Als actrice was ze heel intens”, memoreert Van de Velde. ,,Ze speelde met haar ogen, daarin was zoveel te zien. Ze gaf altijd 120 procent op het podium, je kon haar na een toneelstuk opvegen.”