Drie Nederlanders zijn donderdag om het leven gekomen door een lawine in Oostenrijk. De politie in het land is een onderzoek gestart naar de toedracht. ,,Hebben de berggidsen de situatie vooraf goed ingeschat?’’
Een vierde Nederlander is ook uit de sneeuw gehaald, hij heeft lichte verwondingen. De vier slachtoffers waren met dertien andere Nederlandse toerskiërs en vier Oostenrijkse begeleiders bezig met een tocht in het Ötztal in het zuidwesten van Oostenrijk. Ze werden volgens de politie even voor 11.00 uur donderdagochtend verrast door een lawine van 180 meter lang en 80 meter breed.
Volgens de Nederlandse ski-advocaat Stephan Wijnkamp is de speciale bergpolitie, de Alpinpolizei, inmiddels een onderzoek gestart naar het ongeval. ,,Als Nederlandse toerskiër ben je afhankelijk van de berggids. De hamvraag in het politie-onderzoek wordt of de berggidsen de situatie goed ingeschat hebben. En of zij de Nederlanders geïnformeerd hebben over de gevaren van de tocht.’’
Toerskiërs zijn wintersporters die geen gebruikmaken van liften, maar met speciale ski’s naar boven lopen en skiënd afdalen. Ze skiën niet over geprepareerde pistes, maar over natuurlijke hellingen. Waarschijnlijk waren ze bezig met een meerdaagse bergtocht en liepen ze richting de Martin-Busch-Hütte, een bekend uitvalsbasis voor toerskiërs.
De vier betrokken berggidsen zijn ervaren mensen, bleek donderdagmiddag bij de persconferentie van de politie. Er lijkt ze weinig te verwijten. ,,Ik zou vandaag ook zonder bedenkingen de tocht zijn begonnen,’’ Josef Fiegl, hoofd van de bergreddingsdienst van Sölden op de persconferentie. De lawine werd, zo lijkt het nu, niet veroorzaakt door de toerskiërs. Voor Ernst Schöpf Burgemeester van Sölden, dit is een echte ‘lawineramp’ Hij betuigt zijn medeleven aan de nabestaanden. ,,Mensen die de bergen in gaan lopen altijd het risico niet meer terug te komen”, aldus Schöpf.